‘HET SPOOKT IN ONZE PASTORIE. NOU EN?’ (AD)
Aan de rand van het dorpje Balkbrug in Overijssel, vlak naast het terrein Ommerschans, wonen Janny en William Janssen in een oude pastorie. Zij houden van hun huis, al heeft het wat eigenaardigheden. Er gaan verhalen over vreemde geluiden, geestverschijningen en spontaan trillende voorwerpen. Toch zouden ze nooit verhuizen. Janny en William wonen al jaren prettig in hun spookhuis.
Geschreven voor het AD.
Wanneer Janny en William in 1978 hun oog op de pastorie in Balkbrug laten vallen, kennen zij de reputatie van het huis. Al jaren wist het dorp het zeker: het spookt in de oude pastorie. En wie niet bang was voor geesten, kreeg al snel de rillingen van de TBS-kliniek naast de deur. Ook weet het getrouwde stel waarom het kleine, statige huis met zijn grote tuin te koop staat. ,,De vorige bewoners waren heel erg bang”, herinnert Janny. ,,Die vrouw is op een gegeven moment overspannen geworden. Er zijn gewoon veel dingen in dit huis die niet kloppen.’’ Maar William is een nuchtere man die werkt als socio- en gedragstherapeut. Dat het huis naast de TBS-kliniek Veldzicht staat, is voor hem alleen maar een voordeel. Dan zit hij dicht bij zijn werk. Janny is niet bang voor spoken en als verslaggever gaat ze nooit een goed verhaal uit de weg. ,,Ik ben onverschrokken’’, zegt zij, ,,en dat ben ik ook altijd geweest.’’ Zij doen een bod. Dat bijna alle twintig andere geïnteresseerden op het laatste moment afhaken vanwege de reputatie of de TBS’ers in kliniek Veldzicht, is een meevaller.
Janny en William kunnen de pastorie betrekken, maar het duurt niet lang voordat het huis opleeft naar zijn reputatie. De kinderen zweren keer op keer dat zij mensen in oude kledij door het raam zien, figuren die altijd vlak voor het huis verdwijnen. Er klinken harde klappen van zolder en vanuit de woonkamer worden Janny en William opgeschrikt door het galop van paarden. Het is de pony, denken zij, die is ontsnapt. Maar wanneer zij zich naar buiten snellen om het beest te vangen, staat hun pony nog veilig op stal. Tegenwoordig kijken zij er niet eens meer van op.
Hun buurvrouw weigert tot op de dag van vandaag op de koffie te komen, niet sinds zij de geest van een kind onder de oude boom in de tuin zag. En het meisje dat een weekend op het huis moest passen, komt ook niet meer over de vloer. Haar vriend moest haar na een dag komen ophalen, nadat zij van de trap viel en haar arm brak. Het meisje zweert dat het geen ongeluk was. Zij stond bovenaan de trap, voelde de wind door de kieren in de muren en noemde het ,,een koud kuthuis.’’ Ze weet zeker dat iets haar daarna van de trap duwde.
En dan zijn er de raamversieringen die uit zichzelf beginnen te trillen. Dat geeft zoveel kabaal, dat Janny ze maar weer weghaalde. Maar het vreemdste dat zij ooit meemaakte, was het ding dat bijna veertig jaar geleden in haar deuropening verscheen.
Het loert boosaardig
Herfst, 1978. Het is stil in huis en Janny staat voor haar kast. Het nieuwe meubelstuk moet ingericht worden. Alles is rustig, tot in stilte een ongewenst gezelschap in de deuropening verschijnt. Janny voelt het aan de haartjes in haar nek en het plotse priemen in haar rug. Haar gezicht naar de kast, haar rug naar de kamer en plots weet ze het zeker: ze is hier niet alleen. Er is iets in deze kamer en vanuit de deuropening loert het boosaardig.
Snel draait zij zich om, maar ziet niets. Ze wil weg en loopt richting de deuropening, stap voor stap de kamer uit. Bijna, nog één stap en ze is verdwenen. Maar haar nieuwe gast wil geen afscheid nemen. Janny kijkt naar de deuropening, naar het niets waar iets is, en merkt dat ze er niet langs kan. Iets láát haar er niet langs. Het is onzichtbaar, het is boos en het staat tussen haar en de uitgang. Voorzichtig zet zij een stap achteruit, loopt naar de telefoon, pakt de hoorn van de haak en begint een nummer in te voeren. Balkbrug is een christelijk dorp, zal zij later vertellen, en de cijfers onder haar vingers brengen haar in verbinding met een ware gelovige. Er is hier iets, spreekt ze in de hoorn, iets dat ik nog nooit heb meegemaakt en het is helemaal niet leuk. Janny gelooft niet in het onzichtbare maar de stem aan de andere kant van de lijn doet dat wel. Richt de hoorn op de deuropening, zegt hij haar. Dit is een exorcisme per telefoon. Daar staat zij, luisterend naar de woorden die zacht maar dwingend uit de hoorn in haar hand klinken: ,,Ga naar de plek waar de Here God je gebiedt, ga naar de plek waar de Here God je gebiedt…’’ En dan is zij weer alleen in de kamer, het enige gezelschap de stem aan de andere kant van de lijn. Het ding dat wachtte in de deuropening verdween en is nooit meer teruggezien.
Gruwelijke geschiedenis
Ieder spookverhaal moet ergens beginnen en de omgeving van de Ommerschans heeft meer verleden dan het lief is. Janny en William kunnen er uren over vertellen. In 1920 kwam hier de Maatschappij van Welvaart om koloniehuizen te plaatsen, onderdeel van Johannes van den Bosch zijn droom om armoede met arbeid te bestrijden. Maar naar de Ommerschans kwamen geen arme kolonisten uit de stad, opzoek naar een nieuw boerenleven. Dit was een strafkolonie zoals Veenhuizen, een plek waar criminelen samen met landlopers, zwervers, weeskinderen, ongehuwde moeders en psychiatrisch patiënten moesten werken of creperen. De medische omstandigheden waren slecht en voor velen was het vooruitzicht zich ooit vrij te kunnen kopen met zuurverdiend ‘koloniegeld’ volstrekt onhaalbaar. Wanneer de Maatschappij in 1890 de deuren sluit, laat zij de restanten van 5448 dwangarbeiders achter in een massagraf. De overheid probeert de plek om te bouwen tot opvoedingsgesticht voor ‘ontspoorde jongeren’, maar in de eerste helft van de twintigste eeuw komt ook hier een eind aan. De kolonie werd een ruïne, het hele project een voetnoot in de Vaderlandse geschiedenis. Enkel de psychiatrisch kliniek Veldzicht blijft over. Naast de kliniek, aan de rand van het terrein, staat het enige huis dat dit allemaal meegemaakte zonder tot puin te vervallen. Een oude pastorie, steen voor steen gebouwd door de eerste dwangarbeiders. Het huis van Janny en William Janssen.
Onderzoeksteam
,,Als ik iemand vertel over de pastoriewoning, dan vertel ik dat er heel aardige mensen wonen en er een prima sfeer hangt. Maar het is ook een plek waar wij aardig wat hebben meegemaakt.’’ Marcel heeft ervaring met het onverklaarbare. Hij is de lead investigator van het Nederlands Paranormaal Research Team, een verzameling van onderzoekers en paragnosten gespecialiseerd in het documenteren en bestuderen van bovennatuurlijke verschijnselen. Tweemaal bezochten zij de pastorie. ,,Ik neem het woord spookhuis niet in de mond, maar het is zeker een woning met ‘activiteit’.’’
Het eerste bezoek vond plaats in 2015. Het NPRT komt aan in de avond en ze krijgen koffie van Janny. Ondertussen voorzien zij het huis van opnameapparatuur. Dan kan het onderzoek beginnen. De nacht is vol vreemde geluiden en op het kerkhof wordt een van de teamleden door iets onzichtbaars aan zijn mouw getrokken. Medium Gerwin voelt iets op de zolder, iets gruwelijks dat hij pas later zal begrijpen. Maar de grootste ontdekking vindt de volgende ochtend plaats, wanneer het team thuis de verzamelde opnames doorloopt.
Het geluid werd opgenomen door de camera in de woonkamer en duurt slechts enkele seconden. Marcel en zijn team gaan wel tien keer door de opnames heen. Ze weten het zeker: de woonkamer is verlaten en er was niemand in de buurt om geluid te maken. Toch klinkt het daar op de band, helder als water: het zachte neuriën van een vrouwenstem.
Het volgende jaar komt het team opnieuw op bezoek. Ditmaal horen zij weer vreemde voetstappen en er klinken stemmen uit de ‘ghostbox’, een speciaal gemodificeerde radio die constant tussen frequenties wisselt. Er zou ‘Ga weg!’ hebben geklonken. Maar die muzikale vrouwenstem, die hield zich deze keer stil.
Neuriënde Dame
Niemand weet wie de Neuriënde Dame is, maar volgens lokale legenden is er ooit een vrouw in de pastorie gestorven. En het NPRT zijn niet de eerste paranormale experts die de Janssens verwelkomden. Er was een magnetiseur in de jaren tachtig die sprak over ziekmakende aardstralen. Volgens hem had een vrouw zich op zolder verhangen. Ook een later team paragnosten beschreef hoe zij een vrouw zagen hangen op zolder. En bij het verbouwen van de bovenste verdieping ontdekten Janny en William inderdaad een oude haak, verborgen achter een houten plank, met daaraan een grijs, verweerd en afgesneden koord. Het is dezelfde plek waar Gerwin ‘voelde’ dat iemand zich van het leven had beroofd. Voor William, een amateurhistoricus, is het een onweerstaanbaar verhaal. ,,Bij tijd en wijlen heb ik geprobeerd het verhaal te verifiëren. Maar er is niets over te vinden.’’ Als er zich echt iemand in de pastorie heeft opgehangen, is het niet in de geschiedenisboeken opgenomen. Maar voor Janny is de kous nog niet af: ,,Een tijdje geleden dook er iets op in het archief. Er was een huishoudster van de dominee die in Dedemsvaart is begraven, op een stukje ongewijde grond. Normaal zou zij bij de Ommerschans zijn begraven. Maar ongewijde grond, dat wijst vaak op zelfmoord.’’
Het spookt nog steeds in de pastorie, maar na veertig jaar zal geen spook de slaap van Janny en William meer verstoren. ,,Het is een oud, krakend huis met houten tussenlagen’’, zegt William. ,,Ik verklaar het daar maar mee. Ik heb nooit wakker gelegen van het spook. Als je dat doet kun je hier niet wonen maar wij wonen hier al veertig jaar.’’ Ook Janny zit hier prima op haar plek: ,,Als je hier woont komt er een moment dat de vreemde geluiden niet meer opvallen. Als ik ze nu hoor, is mijn grootste angst dat een van mijn honden lekker modderig op bed is gesprongen.’’ De spoken maken haar niet bang: ,,Het is gewoon een heel gaaf huis. Ik heb altijd het idee gehad dat de dood gewoon de dood is. Ik hoop dat er daarna iets is, maar mijn ratio zegt anders.’’ Toch klinken er nog steeds voetstappen en durft de buurvrouw niet op de koffie te komen. ,,Maar ja,’’ zegt zij daarom, ,,wie weet.’’ Janny en William wonen hier prima, of zij nu de enige bewoners zijn of niet.
Voetnoten:
NPRT
Het Nederlands Paranormaal Research Team (NPRT) van Marcel Willemsen doet kosteloos onderzoek in huizen waar de bewoners denken met paranormale activiteit te leven. Het team weet van te voren niet waar zij naartoe gaan, om vooraannames te vermijden. Paragnost Gerwin van der Velden begint elk onderzoek met een ronde door het huis om de geschiedenis en een mogelijke verschijning te voelen. ,,Dat is geen bewijs’’, benadrukt hij. ,,Het is een aanvulling op het onderzoek.’’ Aan de hand van Gerwins opmerkingen en de verhalen van de bewoners worden camera’s en meetapparatuur geplaatst.
Het analyseren kan weken in beslag nemen. ,,We proberen zoveel mogelijk rationeel te verklaren’’, legt Marcel Willemsen uit. ,,Als er iets is, kunnen we dan zien wat het veroorzaakt ? Uiteindelijk concluderen we of er iets aanwezig is en krijgen de bewoners een rapport.’’
Volgens Willemsen lukt het in 85 procent van de gevallen een rationele verklaring voor ‘bovennatuurlijke’ verschijnselen te vinden. ,,De klachten zijn vaak psychosomatisch’’, legt Gerwin uit. ,,Wij krijgen meer opdrachten in de herfst en winter. Dan gaan mensen naar binnen en horen ze plots de huisgeluiden, zoals kraken en bonken.’’ Ook als er niets bovennatuurlijks is, kan een onderzoek volgens Marcel voldoening geven: ,,We doen dit om mensen te helpen. We kunnen hun angst wegnemen of verklaren.’’
Spookhuizen in Nederland
Eén van de beroemdste spookhuizen van Nederland is huis Binnenveld in Huissen. Het 16e eeuwse pand, dat in 1770 een rampzalige dijkdoorbraak overleefde en in de Tweede Wereldoorlog door Duitsers werd bezet, wordt volgens lokale legenden geteisterd door geesten. Marcel Willemsen bracht er met het NPRT een nacht door toen het huis een door krakers bezette bouwval was. Hij beschrijft zijn bezoek als ‘een van zijn heftigste ervaringen.’ Die nacht kwam er een camera van de trap rollen, ging een lamp uit zichzelf ronddraaien en hoorde het team een niet-bestaande piano gevolgd door een spookstem die een mars floot.
In 2009 kocht positiviteitsgoeroe Emile Ratelband het pand. Zijn vrouw voelde zich in het huis niet op haar gemak. Het huis werd daarna gekocht door mediapersoonlijkheid Johan Vlemmix. Hij liet het pand decoreren met macabere versieringen, om de deuren te openen voor spokenjagers. In maart dit jaar verkocht hij het ‘horrorhuis’ aan een nieuwe eigenaar.
Een ander beroemd spookhuis is Boerderij Dijkzicht in Brummen. Hier woonde in 1841 boerenzoon Antoon Kremmer met zijn familie. Antoon was verliefd op de arme Megje Warmelink, maar zijn ouders verboden hun zoon met haar te trouwen. Uit liefdesverdriet hing hij zich op aan de eik voor de boerderij. Daarna begonnen de spookverhalen. In 2009 brandde de boerderij af.
Spookachtige geluiden
Sommige locaties kunnen een reputatie als ‘spookhuis’ krijgen door bouw en locatie. Zo kan een architecturale eigenaardigheid de wind op onverwachte plekken binnenlaten, waardoor spookachtige ‘koude plekken’ ontstaan. Ook infrageluid, frequenties net onder het menselijk gehoorspectrum, kan een rol spelen. Trillingen op deze frequentie kunnen mensen een ongemakkelijk gevoel geven en spookachtige verschijningen als gedaantes en trillende voorwerpen veroorzaken. In de jaren tachtig beschrijft de Britse ingenieur Vic Tandy hoe hij in zijn laboratorium werd overvallen door een angstig gevoel. Hij kreeg het koud en zag een figuur verschijnen. Omdat hij een expert op het gebied van geluid was, kon hij dit verklaren. Een ventilator in het laboratorium veroorzaakte trillingen in een lage frequentie. Omdat Tandy ze opmerkte maar niet kon horen, gaven ze hem een ongemakkelijk gevoel. De frequentie kwam overeen met de frequentie van het menselijk oogvlies, wat het gezichtsbedrog veroorzaakte. Het koste Tandy weinig moeite de ‘geest’ uit te drijven: hij zette de ventilator uit.